Waar is wat werkt
Mei 2016
Het is ladies day bij de Broadcast Media Society en alleen dat al maakt het voor mij een niet te missen netwerkbijeenkomst. Onder leiding van Eva Jinek discussiëren Suzanne Kunzeler (NPO 3), Marijn Poeschmann (YouTubeBenelux), Jossine Modderman (LINDA.tv) en Ilja Loeffen (OMG) over het mediavak. Thema van de sessie is ‘Het nieuwe kijken: wat vinden de dames ervan?’Ik kan u melden, de dames vinden er van alles van.Voor een uitgebreid verslag zie elders in dit blad. De zendermanager van zorgenkind NPO 3 geeft aan dat er geen enkele reden is om te stoppen met het lineair uitzenden van jeugdproducties. De vertegenwoordiger van YouTube geeft aan dat er geen enkele reden is om te denken dat non-lineair kijken zich beperkt tot de jeugd. De chief digital editor van Linda. heeft geen enkele reden om positie te kiezen. En voor de trading en accountability director van OMG is het een non-issue: investeer daar waar je doelgroep is. Geld is niet lineair noch on demand.
Mijn conclusie is dat alle dames het grootste gelijk van de wereld hebben. Feit is dat alles verandert en veel radicaal hetzelfde blijft. Waarheid, juistheid en gelijk hebben zijn rekbare begrippen. Ik heb de woorden waar en gelijk al lang geleden vervangen door wellicht en gut. Aan de vele p’s die in de marketing de ronde doen heb ik twee p’s toegevoegd: de p van pragmatisme en de p van perspectivisme. Waar is wat werkt. En wat waar is, wordt bepaald door het standpunt en de belangen van de afzender. Was getekend, Michiel Dieperink.
In de mediamarkt kan vrijwel elk standpunt met onderzoek worden gerechtvaardigd. (Even een zijstap. Over het rechtvaardigen van je standpunten gesproken. Ook zo genoten van Jos? Een Limburgse masterclass zelfrechtvaardiging. Hoe je handelingen en gedachten met elkaar moet laten rijmen: niks lekken, klankborden, iedereen doet het.)
Wie de invloed van het digitale tijdperk wil downplayen, haalt het recente onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in samenwerking met een aantal mediapartijen aan. Media:Tijd 2015 toont aan dat lineair kijken via een televisietoestel, luisteren via een radiotoestel en lezen van papier het mediaconsumptiegedrag domineert. Wie daarentegen het belang van de digitale wending wil accentueren, verwijst naar de mega-aantallen views van populaire vloggers en de reikwijdte en succes van bedrijven als Google en Facebook.
Waar is wat werkt. En wat waar is, wordt bepaald door het standpunt en de belangen van de afzender. Als er veel verschillende perspectieven op één kwestie zijn, dan bepalen de uitersten het beeld. En dus plaatsen we het een tegenover het ander, is iets zus of zo. Door te denken in tegenstellingen, houden we het overzicht maar verliezen we het zicht op de werkelijkheid. Het is de prijs die we betalen om gehoord te worden.
De mediamarkt vertoont overeenkomsten met de energiemarkt. In de energiesector gaat alle aandacht uit naar groene stroom, terwijl grijs zorgt voor de inkomsten. In de televisiewereld domineert lineair kijken de markt, maar op on demand staan de schijnwerpers gericht. Wat jong en nieuw is, spreekt nu eenmaal meer tot de verbeelding dan wat oud en bekend is. Uitdagers van de macht zijn interessanter dan de macht zelf. Een tweede overeenkomst met de energiemarkt is dat ook in het medialandschap de windmolens als paddenstoelen uit de grond schieten. Een belangrijk verschil met de energiesector is dat windmakers en Don Quichottes voor de toekomst van onze industrie van groot belang zijn. Durven, bluffen, op je bek gaan en falen zijn onontbeerlijke karaktereigenschappen om in de media te overleven. Het kan mij niet hard genoeg waaien.