Leef in zonde
April 2017
Er is geen overredingskracht nodig om mij op een terras te krijgen. Als Hiemstra, Van Leur of Paulusma zon in het vooruitzicht stellen, zit ik er al in. Ik vind het rokjesdag, maar als enige vind ik dat, zo te zien. De tafel naast mij is verre van kort gerokt, maar wel zwaar verhit. Vijf literair geschoolde dames bespreken het thema van de Boekenweek 2017: Verboden vruchten. Mijn bijdrage aan de Boekenweek so far bestaat uit het kijken naar de compilatie onvergetelijke ‘hete’ fragmenten van Van Kooten en De Bie. Terwijl ik denk aan de Vieze Man en Jacobse en Van Es, hoor ik de dames discussiëren over de Genesis, de erfzonde en het paradijs. Ik luister met minder dan een half oor, tót het gesprek over Eva gaat. Ach gut, Eva, hoe kort gerokt liep zij er niet bij. Verleid worden door een slang, hoe cool is dat. Good girls go to heaven, and bad girls go everywhere, citeert een van de dames uit Connie Palmen’s boekenweekessay De zonde van de vrouw. Ik weet niet hoe het komt, maar opeens besef ik dat Eva en ik elkaars gelijken zijn. Een inzicht niet tot stand gekomen door ik ben de tel kwijt drankjes, maar een inzicht als uitkomst van zuivere redenatie. Het zit zo. Wat niet mag, trekt aan. Eens? Verboden vruchten zijn nu eenmaal de zoetste. Gelijk Eva ben ik verleid, beging ik een zonde en ben ik verbannen. Bij Eva is het alleen wat langer geleden dan bij mij. In de jaren tachtig van de vorige eeuw verkocht ik als reclameman mijn ziel aan de duivel. Vol overgave, ook dat nog. Door mijn pact met de duivel belandde ik in de onderwereld. Ik degradeerde van de respectabele reclamedivisie naar de hel die sluikreclame werd genoemd.
Als grondlegger van een nieuw verschijnsel, non spot advertising, was de geur van stinkende zwavel mijn deel. In de eeuwigdurende strijd om de oren en de ogen van de consument koos ik een andere richting. Met mijn spel van verleiding – product placement, branded content – meende ik de adverteerder én de consument een dienst te bewijzen.
De wetgever, de (publieke) omroepen, de reclamewereld en de toezichthouders deelden die mening niet. Verboden vruchten heten niet voor niets verboden vruchten, was het motto. ‘Als ik me aan alle regels had gehouden, had ik nooit iets bereikt’, citeert een van de dames naast me uit Connie Palmen’s boekenweekessay. Het is een zin van Marilyn Monroe, opgetekend door Palmen.
Het is voor mij een zin die meer waarheid in zich draagt dan de werkelijkheid kan verdragen. Van een stiefmoederlijke bejegening in de jaren tachtig is branded content nu het troetelkind van de reclamewereld. Van de hel naar het paradijs. Een paradoxale omkering van goed en kwaad. Wat kwaad was, is goed geworden. De hoon is nu voor spot advertising en de lof gaat naar non spot.
Vrij naar Multatuli parafraseer ik met trots een beroemde openingszin uit de Nederlandse literatuur: ik ben makelaar in content. Niet alleen in aandacht en waardering, maar ook in aandeel zien we een kentering. De omzet spot advertising daalde in 2016 met 2% ten opzichte van het jaar daarvoor. Non-spot daarentegen noteerde een groei van ruim 15%!
Ik pluk nu de zoete vruchten van de eertijds zure druiven. Lezer, een zondig leven verdient mijn warme aanbeveling. Nu maar hopen dat het troetelkind niet doodgedrukt wordt. Zo ja, dan wordt het tijd voor een nieuwe zonde, want wie zich aan de regels houdt, bereikt niets.
Dank Marilyn, dank Eva, dank duivel voor de wijze lessen.