Back to Business

Modellen, je hebt ze in soorten en maten. Met veel vlees op de botten tot graatmager. Ik heb het niet zo met superdunne modellen. Voor mij kunnen ze niet vlezig genoeg zijn. Ik heb graag wat omhanden. Vlees en vet komen de levensvatbaarheid ten goede. Ik zeg dit niet naar aanleiding van wéér een mislukte poging om af te vallen, maar naar aanleiding van een diner.

We spreken 14 maart 2016 en ik ben een van de gasten tijdens het jaarlijkse prestigieuze IMTC dinner in de spiegelzaal van het Amstelhotel. De top van de Nederlandse omroep, opinie-en business leaders uit binnen en buitenland dineren op persoonlijke invitatie van Broadcast Magazine. We luisteren naar Thijs Boon, een van de keynote speakers, een bevlogen short format internetondernemer uit . Na de sleetse en inflatoire opmerking dat het televisietijdperk het einde nadert, beent de voortreffelijke gespreksleider Ruud Hendriks de zaal in met een microfoon. Pim Schmitz, CEO Talpa Holding, geeft een eerste reactie ‘don’t know what your businessmodel is but within Talpa we are in the business of making money.’ De zaal lacht en er klinkt applaus. Is het een ontlading van instemming, opluchting of een welkome relativering na de hooghartige speech van de jongeman? Ik weet het niet, maar de scherpzinnige en droge relativering van Pim zet tot denken aan.

Modellen, je hebt ze in soorten en maten. Met veel vlees op de botten tot graatmager. De stap van businessmodel naar verdienmodel is in onze sector in theorie een fluitje van een cent. De financieringsmogelijkheden zijn oneindig: producties, advertising, sponsoring, licenties, merchandise, lidmaatschap, you name it. Content, context, brand, het zijn allemaal potentiele money makers. Met de nadruk op potentieel. Een karakteristiek verschijnsel van veel ideeën is dat ze financieel anorectisch zijn. In de nieuwe industrie, in het digitale tijdperk, hoef je om geld te maken geen winst te maken. Voorbeelden te over. Super creatief zijn en financieel zwaar ongezond gaan samen. Hoelang dat goed gaat zal de geschiedenis ons in de toekomst leren. Hebben fantasierijke plannen en technisch vernuft zonder enig perspectief op profijt kans te overleven? De ontwikkelingen in mijn vak doen mij denken aan een stroming die ruim een eeuw geleden in zwang was: ‘l’art pour l’art et sans but. Ik zie nu raakvlakken met de kunstopvatting van toen, namelijk dat kunst er voor de kunst was en dat de kunst geen ander doel had dan zichzelf. Is er ruimte in de televisie- en videomarkt voor ideeën die geen ander doel nastreven dan zichzelf? We are in the business of making money, zeg ik Pim Schmitz na. We maken geen content om de content, geen app om de app, geen vlog om de vlog, geen short form om de short form. Met een raison d’être die uitsluitend artistiek, technisch en/of journalistiek is, kunnen ideeënmakers hopelijk terecht bij de publieke omroep en bij diverse cultuurfondsen. Op de vraag hoeveel echte autonomie de commerciële markt verdraagt is het antwoord nihil. Het uitdagen en bekritiseren van traditionele broadcastmodellen, zoals Thijs Boon deed op de IMTC bijeenkomst, juich ik toe. Stilstaand water gaat stinken. Maar als artistieke en innovatieve bevrediging gepaard gaan met financiële uithongering, dan trek ik een grens. Show me the money is misschien niet de best denkbare reactie op wilde creatieve plannen van jonge bevlogen ondernemers, maar helaas wel een opmerking met realiteitsgehalte. Ik zie veel creativiteit in schoonheid sterven omdat het niet rond te rekenen valt. Hartstikke zonde, zeg ik als ouwe rot met een lange staat van dienst. Tegelijkertijd vraag ik mij in alle eerlijkheid af of de lach en het applaus na de speech van de jonge ondernemer misschien ook een generatiedingetje is. Het antwoord op die vraag laat ik graag aan de lezer.


Geplaatst

in

, , ,

door